Cameratoezicht op fabriek
Sinds eind februari 2023 oefent de Omgevingsdienst cameratoezicht uit op de gas- en kooksfabriek van Tata Steel. In de fabriek wordt kooks gemaakt door kolen te verhitten. De kooks is nodig om ijzeroxide om te zetten naar ijzer. Als kooks tijdens dat proces onvoldoende heet wordt, kan het voorkomen dat een gedeelte niet volledig doorgegaard is: zogenoemde ongare kooks. Bij het blussen van die kooks kunnen zeer schadelijke stoffen vrijkomen. Het vrijkomen van zwarte rook uit de blustorens is een aanwijzing dat daarvan sprake is. In 2022 adviseerde het RIVM om de informatie over uitstoot van stoffen bij Tata Steel te verbeteren, mede omdat gegevens over de uitstoot niet volledig leken te zijn aangeleverd. In april 2023 concludeerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid dat burgers in Nederland onvoldoende worden beschermd tegen de gezondheidsrisico’s van industriële uitstoot. Een van de onderzochte bedrijven is Tata Steel.
De camera die de Omgevingsdienst in februari heeft geplaatst, bevindt zich buiten het terrein van Tata Steel, op zo’n 450 meter afstand van het productieproces waarop de dienst toezicht wil houden. De camera filmt de omgeving van de fabriek continu: 24 uur per dag, 7 dagen per week. De beelden waarop bij het terugkijken zwarte rook is te zien, worden opgeslagen.
Tata Steel vindt dit cameratoezicht onrechtmatig en eist onmiddellijke beëindiging daarvan. Het vormt volgens Tata Steel een inbreuk op de privacy van haar werknemers. Zij meent dat er een bijzondere wettelijke basis moet zijn voor deze vergaande vorm van toezicht, die er in de huidige wetgeving niet is.
Oordeel voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter stelt vast dat essentie van deze zaak is dat er een breed in de maatschappij levende roep is om krachtiger op te treden tegen de gezondheidsschadelijke uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen in de omgeving. Gelet op de inhoud van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, is het begrijpelijk en terecht dat de Omgevingsdienst ernaar streeft om de uitstoot van deze stoffen terug te brengen naar nul. Het is ook begrijpelijk en terecht dat de Omgevingsdienst bij haar toezicht de regie wil voeren en niet langer afhankelijk wil zijn van beelden die Tata Steel zelf opneemt en beheert. Een toezichthouder wil immers voor het verzamelen van gegevens over naleving niet van de overtreder afhankelijk zijn.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de camera-inzet van de Omgevingsdienst toelaatbaar is.
De camerabeelden worden één keer per drie weken geselecteerd en opgeslagen. De rest van het opgenomen materiaal wordt vernietigd. Aan de hand van foto's en beeldmateriaal die de Omgevingsdienst heeft laten zien, is het volgens de rechter hoogst onaannemelijk dat bij de verwerking van het beeldmateriaal functionarissen kunnen worden herkend. Een bijzondere wet is niet nodig omdat het toezicht niet gericht is op het herkenbaar in beeld brengen van personen om informatie over hen te verzamelen. Daarvan is ook niet of nauwelijks sprake.
Het betoog van Tata Steel ademt de suggestie dat er allerlei vreselijks met de binnengehaalde persoonsgegevens zou kunnen gebeuren, dat de medewerkers van de Omgevingsdienst maar wat aanrommelen en dat de gegevens binnen de kortste keren op straat kunnen komen te liggen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er voor die angst geen reden is.