In 2013 is het bestemmingsplan ‘De Biezen’ vastgesteld. Het uitgangspunt van dit bestemmingsplan is dat ‘De Biezen’ een belangrijke groene zone is in het hart van onze gemeente. Op sommige volkstuinen in De Biezen zijn bouwwerken aanwezig zonder vergunning en in strijd met de bestemming voor dit gebied. Ook het houden van paarden is in strijd met de groene en landschappelijke bestemming. Daarom is in 2015 gestart met handhaving. Een aantal volkstuinders is in beroep gegaan bij de rechtbank tegen de handhavingsbesluiten. De rechtbank heeft uitspraak gedaan, waarbij de volkstuinders op sommige punten in het gelijk zijn gesteld en op sommige punten de gemeente gelijk heeft gekregen.
In drie gevallen accepteert het college de uitspraak van de rechter. In twee gevallen gaat het college in hoger beroep omdat we graag hebben dat de rechter zich nogmaals buigt over de eerdere uitspraken. Tegelijkertijd realiseert het college zich dat een gerechtelijke procedure tegen eigen inwoners heel vervelend is. In deze twee gevallen vindt het college het houden van paarden ter plaatse toch dermate strijdig met het maatschappelijk belang van openheid van het gebied dat het een verdere rechtsgang gerechtvaardigd vindt.
Het college heeft gemerkt dat de impact van de handhaving en het gevoel van onrechtvaardigheid bij de betrokkenen, bijvoorbeeld op het punt van de dagverblijven, groot is. We vragen ons af of handhaving op dit punt proportioneel is ten opzichte van het doel van het bestemmingsplan. Mede om die reden wil het college graag in gesprek met u als raad om te bespreken of hetgeen we geleerd hebben in deze zaken consequenties moet hebben voor de wijze waarop we met handhavingszaken om moeten gaan. Dit gesprek zou kunnen leiden tot nieuw beleid voor deze volkstuinen, bijvoorbeeld in de vorm van een gedeeltelijk herzien bestemmingplan op het punt van de grootte van dagverblijven. Totdat dit gesprek met u is afgerond wil het college even pas op de plaats maken met de handhaving van de te grote dagverblijven in dit gebied.
Onderliggend voelt het college de behoefte om met uw raad in gesprek te gaan over de vraag welke instrumenten en processen het meest passend zijn bij het bereiken van doelstellingen op het gebied van ruimtelijke ordening en welke rolverdeling tussen college en raad daar het best bij past.
Tegelijkertijd zet het college, via wethouder Dinjens, ook het persoonlijk gesprek voort met alle tuinders van nr. 6, om bijvoorbeeld te kijken hoe bestaande situaties toch nog vergund kunnen worden.