VELSEN - Het cruiseschip in Velsen-Noord mag in gebruik worden genomen voor maximaal 1200 asielzoekers. Ondernemers vroegen de gemeente Velsen via een voorlopige voorziening om handhavend op te treden zodat het cruiseschip niet in gebruik kan worden genomen als opvanglocatie voor asielzoekers. Maar de rechtbank Noord-Holland wijst dit verzoek af. Het belang van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) om de opvang onmiddellijk op die plaats te realiseren weegt zwaarder dan de belangen van de ondernemers.
Aanmeren cruiseschip
Afgelopen juni verzocht de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de gemeente Velsen om mee te werken aan het aanmeren van een cruiseschip in de gemeente voor grootschalige opvang door het COA voor asielzoekers van zes maanden. In juli sloot de gemeente een overeenkomst met het COA. Het gaat om een schip aan de Velsen Offshore Base-kade voor 1000 tot 1200 asielzoekers. De noodopvang wordt voor 1 maart 2023 opgeheven. Het COA zal geen verlenging aanvragen voor het gebruik van de locatie na deze periode.
De opvang is in strijd met het geldende bestemmingsplan. Daarom heeft het COA medio september een omgevingsvergunning aangevraagd. Deze is nog niet verleend. De gemeente heeft daarnaast besloten niet handhavend op te treden en de opvang te gedogen. Het schip is op 21 september aangemeerd aan de kade. Op 26 september moeten de eerste asielzoekers aan boord komen.
Handhaven
De ondernemers willen dat de gemeente wel handhavend optreedt vanwege externe veiligheid, veiligheid op de kade en van vluchtroutes, leefbaarheid en de specifieke bedrijfsbelangen. Zo vinden ze dat de situatie onveilig is voor de bewoners van het schip en dat het voor hun bedrijven onwerkbaar wordt. Ook zouden de werkzaamheden van de verschillende bedrijven stank- en geluidsoverlast voor de asielzoekers veroorzaken en zou een bedrijf te veel worden beperkt in de uitvoering van het werk omdat de manoeuvreerruimte voor voertuigen wordt beperkt. Daarnaast zou het cruiseschip te dicht bij een bedrijf liggen waarvoor een zogenoemd risico- of veiligheidscontour geldt vanwege gevaarlijke activiteiten.
Oordeel rechtbank
De voorzieningenrechter oordeelt dat het belang van de gemeente en het COA om nu niet tot handhaving over te gaan, zwaarder weegt dan het belang van de ondernemers. Zo oordeelt de voorzieningenrechter dat onvoldoende onderbouwd is dat het cruiseschip ligt bij een bedrijf met gevaarlijke activiteiten. Ook zet de gemeente hekwerken neer waardoor de bewoners van het schip de omliggende bedrijventerreinen van de ondernemers niet kunnen betreden. De rechter oordeelt dat dit voldoende toereikend is, ook vanwege andere beveiligingsmaatregelen. Daarnaast heeft de gemeente voldoende voorzieningen getroffen om overlast voor asielzoekers te beperken. De rechter stelt verder vast dat hoewel de manoeuvreerruimte van een bedrijf wordt beperkt, niet is gebleken dat het bedrijf zijn bedrijfsactiviteiten helemaal niet meer kan uitvoeren.
Dat het niet de schoonheidsprijs verdient dat tot de opvang op deze plek zonder voorafgaande omgevingsvergunning wordt overgegaan, kan dat oordeel niet anders maken. De voorzieningenrechter wijst het verzoek voor een voorlopige voorziening af. Dat betekent dat het schip mag aanmeren aan de VOB-kade in Velsen-Noord en in gebruik kan worden genomen voor de noodopvang van asielzoekers.