Phishing
Tijdens de eerste coronagolf in maart maakte de bank bekend dat klanten het slachtoffer waren geworden van een grootschalige phishing-actie van criminelen. Klanten uit onder meer Heemskerk, IJmuiden, Haarlem en Haarlemmermeer kregen een valse e-mail en kwamen door op een link te klikken terecht op een website, lijkend op de site van de bank. Op die site konden klanten gegevens invoeren. Later werden de slachtoffers nog eens telefonisch benaderd met de vraag of ze een inlogsessie digitaal konden bevestigen. Op deze manier konden verdachten in de digitale bankomgeving van klanten komen en zo kon geld worden overgemaakt naar rekeningnummers van zogenoemde katvangers, mensen van wie hun bankrekeningen werden gebruikt voor illegale doeleinden. Vervolgens werd het geld van deze rekeningen gepind of op een andere manier geld ontvreemd. In een enkel geval is de bankpas van een slachtoffer opgehaald door iemand die zich voordeed als medewerker van een koeriersbedrijf. De bank deed aangifte van 54 gevallen van frauduleus handelen.
De politie kwam de verdachten op het spoor en stelde een onderzoek in. In de tien dagen dat de politie de telefoon van de 27-jarige afluisterde, werden 149 gesprekken gevoerd waarbij iemand zich voordeed als bankmedewerker. Op 7 mei doorzocht de politie een hotelkamer in Amsterdam van waaruit de verdachten hun werk onder meer zouden doen. Er werden twee laptops aangetroffen die alle software hadden voor grootschalige phishing-oplichting. Ook is een van de verdachten herkend als degene die na de oplichting een groot geldbedrag pinde in Amsterdam. In de woning van een van de verdachten werd bovendien een uniform van een koeriersbedrijf gevonden.
Oordeel rechtbank
De rechtbank vindt bewezen dat de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan oplichting, computervredebreuk en diefstal. De verdachten hebben de eerste coronagolf misbruikt door nietsvermoedende rekeninghouders onder het mom van 'bankieren in tijden van corona' cruciale gegevens of bankpassen af te troggelen. Ze gingen enkel voor eigen financieel gewin. Het vertrouwen dat slachtoffers hadden in het betalingsverkeer en bankwezen is hierdoor ernstig geschaad. De gevangenisstraf is daarom op zijn plaats, vindt de rechtbank.
De verdachten zijn naast hun celstraf veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de bank. De hoogte van die vergoeding is onder meer bepaald uit het bedrag dat de bank aan de klanten uitkeerde voor het gestolen geld en het onderzoek dat de bank heeft moeten doen naar de oplichting. Voor de 27-jarige man gaat het om ongeveer 20.000 euro, voor de 24-jarige man om 6.700 euro.