DRIEHUIS - De rechtbank Noord-Holland legt een 22-jarige man twaalf jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging op voor het doodsteken van een man bij een woningoverval in Driehuis, in september 2023. Zijn 24-jarige medeverdachte krijgt tien jaar cel voor zijn betrokkenheid bij deze woningoverval en bij een andere woningoverval.
Steekwond
In de ochtend van 11 september 2023 is de hoofdverdachte naar de woning van het slachtoffer in Driehuis gegaan. Hij is opgehaald op een vooraf afgesproken locatie. Samen met de medeverdachte en twee anderen is hij in één auto naar Driehuis gereden. Daar is hij gewapend met een groot keukenmes en geprepareerde tie-wraps de woning binnengedrongen. In de slaapkamer van het slachtoffer ontstond een gewelddadige confrontatie, waarbij de verdachte met kracht het mes in de hart/borststreek van het slachtoffer heeft gestoken. Het slachtoffer is naar buiten gerend en op de oprit van een nabijgelegen woning overleden. De verdachte is direct met de buit, die bestond uit geld, twee mobiele telefoons en een autosleutel naar een vluchtauto gegaan die klaarstond. In die auto zat de medeverdachte, met wie hij het plan voor de overval had opgevat en die hem telefonisch naar de woning had geleid.
De hoofdverdachte stelt dat hij naar de woning moest om volgens afspraak geld op te halen. In de woning zou het slachtoffer hem hebben aangevallen, waarna hij zich heeft verdedigd. De medeverdachte stond, naast het medeplegen en aansturen van deze overval, ook terecht voor het medeplegen van een overval op de woning van een tachtigjarige vrouw aan de Robert Kochlaan in Haarlem.
Geen openheid
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de hoofdverdachte zich schuldig gemaakt aan gekwalificeerde doodslag. Dit betekent dat de doodslag direct verband houdt met de geplande diefstal. De verdachte heeft geen volledige openheid van zaken gegeven en deels ongeloofwaardig verklaard. De rechtbank is bij de beoordeling van het bewijs dan ook niet uitgegaan van zijn verklaring. Dat de verdachte naar de woning ging voor een zakelijke afspraak met het slachtoffer, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Hoewel de rechtbank wil aannemen dat de verdachte vooraf niet de bedoeling had dat het slachtoffer zou komen te overlijden, maakt dat zijn handelen niet minder kwalijk. Hij is immers bewapend met een keukenmes een woning binnengedrongen; een plek waar het slachtoffer zich juist veilig mocht voelen. Het is vervolgens de keuze van de verdachte geweest om het meegenomen mes daadwerkelijk te gebruiken, met alle noodlottige gevolgen van dien. Het slachtoffer was een 24-jarige jongeman met nog een heel leven voor zich. De laatste momenten van zijn leven moeten in het teken hebben gestaan van schrik, pijn en doodsangst. Op de zitting hebben de ouders en de zus van het slachtoffer op indringende wijze het leed dat hen is aangedaan onder woorden gebracht. Uit de slachtofferverklaringen blijkt boosheid en intens verdriet en pijn om het gemis van hun geliefde broer en zoon, die van het een op het andere moment uit hun levens is weggerukt.
Medeverdachte
De dood van het slachtoffer is ook aan de medeverdachte toe te rekenen. Hij gaf de instructie een mes mee te nemen en is vervolgens doelbewust op (veilige) afstand gebleven en heeft een ander ingezet om hun plan tot zelfverrijking met mogelijk gebruik van geweld uit te voeren. De medeverdachte heeft zich daarnaast samen met anderen schuldig gemaakt aan een woningoverval op een tachtigjarige vrouw. Eén van hen belde bij haar woning aan, gekleed als bezorger van Post NL. Met een smoes is deze haar woning binnengedrongen. Eenmaal binnen heeft hij het slachtoffer vastgebonden met twee lichtsnoeren en de sieraden die zij op dat moment droeg van haar afgenomen. Hoewel de medeverdachte ook nu doelbewust op afstand bleef, rekent de rechtbank hem het laffe feit en de verstrekkende gevolgen voor het slachtoffer net zoveel aan.
Tbs en toezicht
Beide verdachten zijn eerder veroordeeld voor gewelds- en vermogensmisdrijven. De ernst van het feit rechtvaardigt voor de hoofdverdachte een gevangenisstraf van twaalf jaar. Voor de medeverdachte komt de rechtbank voor de beide feiten uit op een gevangenisstraf van tien jaar. Uit persoonlijkheidsonderzoek blijkt dat de hoofdverdachte lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis, (complexe) PTSS en onder andere een gok- en cannabisverslaving. Volgens de deskundigen is de kans op herhaling groot en heeft hij een langdurende, intensieve behandeling nodig. Omdat eerdere behandelingen niet toereikend waren, is naar het oordeel van de rechtbank tbs met dwangverpleging de enige mogelijkheid om de maatschappij tegen de verdachte te beschermen.
Ook bij de medeverdachte is het risico op herhaling hoog. De rechtbank vindt het daarom belangrijk dat de verdachte langdurig onder toezicht wordt gesteld na het uitzitten van zijn straf. Beide verdachten moeten schadevergoeding betalen. Aan de vader, moeder en zus van het slachtoffer van de steekpartij moeten ze samen in totaal bijna 100.000 euro betalen. Ook aan het slachtoffer van de andere woningoverval moet de medeverdachte een schadevergoeding betalen.